Gelukkig 2018

Lieve mensen,

De allerbeste wensen voor 2018: gezondheid, geluk en gerechtigheid voor iedereen!

In 2017 gingen we al weer ons zesde jaar in Ethiopia in. Ondanks dat we veel missen (familie; vrienden; fietsen; lekker brood) hebben we het nog steeds prima naar onze zin in Addis.

Ik, Ineke, werk nog met plezier op de Nederlandse school, elk jaar begin ik weer met een andere groep VO-ers: leerlingen komen en gaan. Momenteel heb ik vijf leerlingen, drie brugklassers, en een leerling in twee en een in drie VWO. Ze zijn weinig gemotiveerd om naast (en na) hun drukke dagschool nog Nederlandse les te volgen, dus voor mij extra uitdaging om ze er bij te houden. Ook het lerarenteam is elk jaar anders, dat is elk jaar weer wennen. Ik ben blij dat ik naast het reguliere schoolwerk mijn inburgeringscursussen heb. Oprecht gemotiveerde volwassen leerlingen die de taal willen leren, en niet alleen omdat ze een examen moeten halen voordat ze naar Nederland mogen gaan.

 

Kerst op Alemachen: alle kinderen een zak met kadootjes

 

Naast mijn betaalde werk blijf ik actief als vrijwilligster bij kindertehuis Alemachen, en natuurlijk als “Chorleiterin” oftewel dirigente van ons kleine Duitse koortje. Dat laatste blijft erg leuk om te doen, al is hier het komen en gaan, vooral dat laatste, van koorleden wel echt een probleem. In het algemeen is het vertrek van vrienden en bekenden een steeds groter punt nu we hier al zo lang in het land zijn. De meeste expats blijven niet langer dan drie of vier jaar.

 

 

Ineke wordt 60 !

 

Een hoogtepunt dit jaar was natuurlijk mijn zestigste verjaardag: naast de kinderen waren Ank en Erik, en zoon Dave bij ons op bezoek om dat met ons te vieren. We hebben een groot feest georganiseerd en daarna samen op vakantie geweest naar het noorden. Later het jaar kwamen ook Henk en Helmien nog: weer samen op stap, nu naar het zuiden. (o.a. vogels kijken).

 

 

 

Voor mij, Gerrit, was 2017  het jaar waarin ons project, Horti-LIFE, op volle stoom is gekomen. In juni hebben we een evaluatie gedaan van onze voorlichtingsgroepen waaruit bleek dat zowel de opbrengsten- als de netto inkomsten per ha meer dan dubbel waren voor de boeren die ons advies hadden opgevolgd. Daarbij hadden ze veel minder pesticiden per kg product nodig. Vanaf september zijn 135 groepen (met 4.000 leden) begonnen aan een tweede cyclus; bij de open dagen die we in april gaan organiseren hopen we 10.000 boeren en experts te verwelkomen.

Trotse boerin toont haar peperoogst

Afgelopen jaar hebben we het ministerie van landbouw geholpen een tuinbouw strategie te schrijven. In oktober is die gelanceerd en de week daarna heeft de minister ons gevraagd of we een ontwerp kunnen maken voor een nieuwe, gespecialiseerde tuinbouw-voorlichtingsdienst. Daar zouden zo’n 800 mensen moeten werken. We zijn er druk mee ; of het echt wat wordt, blijft een vraag (het kost 5 miljoen per jaar) maar het is leuk er aan te werken. We hopen dat de nieuwe organisatie mid-2019 in de steigers gezet kan worden.

In 2017 hebben we ook 18 contracten gesloten met bedrijven die diensten leveren aan de tuinders waar we mee werken; zaad- en pesticiden handelaren, loonwerkers (ploegen; spuiten); micro-financieringsclubs of contractteelt. Het werk met vijf landbouwpraktijk- scholen vordert gestaag; ze hebben nu bijna allemaal praktijkvelden waar studenten de geleerde vaardigheden kunnen toepassen. Het trainen van de leraren gaat ook lekker.

Helaas schiet de samenwerking met het ministerie op het gebied van wet- en regelgeving t.a.v. pesticiden niet echt op. De materie is complex en de besluitvaardigheid van het directoraat is minimaal. Soms komt dat door een gebrek aan kennis; soms door een gebrek aan stimulansen. Zelfs een directeur op het ministerie verdient niet meer dan 200 Euro per maand en daar kan je in Addis erg moeilijk van rond komen.

Het werk is dus motiverend en interessant; ondanks de frustraties door de bureaucratie en incompetentie. Dit jaar moet er nog een tandje bij met nog meer groepen boeren en het ondersteunen van vier universiteiten. In 2018 zal het project geëvalueerd worden door externe experts. In mid-2019 zou een volgende fase van start kunnen gaan, met als belangrijkste doel het ondersteunen van het opzetten van de nieuwe tuinbouwvoorlichtingsdienst.

Priester voor zijn rotskerk in Tigray

Gelukkig ging 2017 niet alleen over werk; we hebben ook een reeks fijne, korte vakanties gehad. Ineke noemde er al twee. In het voorjaar een wandelvakantie in Tigray, o.a. om rots-kerken te bewonderen. Onze zomervakantie in NL was kort en prettig; inclusief het bezoek aan Jenne Jan in Polen. Met de kerst waren we met de kinderen in de Seychellen; inderdaad bizar mooie stranden.

Ook voor de kinderen was 2017 een goed jaar. Rienke combineerde twee banen (bij de gemeente Amsterdam en bij een adviesbureautje) maar begin december heeft ze beiden opgezegd; ze wil de eerste vier maanden van 2018 doorbrengen in Afrika. Ze zit nu in Kampala (Oeganda), waar ze mee wil werken in een organisatie de spellen gebruikt om ontwikkeling te stimuleren.

Jenne Jan heeft in Polen zijn draai gevonden als Oost-Europa correspondent voor de Volkskrant. Daarnaast wil hij een boek schrijven over Klaas de Jonge die in de jaren ’80 voor de gewapende tak van het ANC werkte (en die vooral bekend werd omdat hij aan de Zuid-Afrikaanse politie wist te ontsnappen door de Nederlandse ambassade in te vluchten, waar hij twee jaar heeft gezeten).

Tot zover, laat van je horen. Of beter nog; kom naar Addis!

 

 

Terugblik op 2016

Beste mensen, hoog tijd voor een update.

 

Gerrit

In januari 2016 meldden we al dat ik, Gerrit, een soort epileptische aanval had gehad tijdens onze kerstvakantie in Noord Ethiopië. Na een paar onderzoeken concludeerde de neuroloog dat er was geen schade was te vinden, en ook niet wat oorzaak zou kunnen zijn. “Als er binnen drie maanden geen tweede aanval komt, dan is het verder niks”. Als troost: 1 op de 200 mensen krijgt zo’n éénmalige aanval.

Ruim een maand ging het ook prima, maar daarna kreeg ik last van een vreemd soort lichtheid in mijn hoofd. Soms was het zo erg dat ik niet naar mijn werk kon. Ik had het gevoel dat het met mijn evenwichtsorgaan te maken had. Meer dan een gevoel was dat niet; er was geen enkel patroon te ontdekken wanneer het zich voordeed en waarom.

Ik had al een afspraak met de duizel-poli in Ede voor in de eerste week van onze zomervakantie, toen ik het briljante idee kreeg toch maar een nieuwe bril te kopen. De vorige was namelijk een paar maanden daarvoor door de honden kapot gebeten. Vanaf het moment dat ik de bril op deed waren de symptomen voor 95% verdwenen! Ik kon al die tijd prima zien, maar ergens ging het dus toch fout in de “bedrading”. Ik denk nog steeds dat het iets met mijn evenwichtsorgaan te maken heeft; de 5% die er nu nog is komt boven als ik lang in een auto zit op bochtige wegen. Al met al een vreemde ervaring; een simpel probleem dat maanden lang mijn leven een stuk ingewikkelder maakte.

uitzicht vanuit SNV-kantoor

Uitzicht vanuit SNV-kantoor

Ook voor mijn werk was er een tweedeling in 2016. Voor de zomer was mijn nieuwe baan behoorlijk frustrerend, maar na de zomervakantie gaat het een stuk beter. De bureaucratie is er nog steeds, maar we trekken ons er niks van aan, onder het motto: “Vraag niet om toestemming maar om vergeving”. Momenteel geniet ik van mijn team van 20 mensen die lekker aan de slag zijn in 55 dorpen in het hele land (zie tuinbouwperikelen).

 

Ineke

Wat mijn leventje betreft, is er over het afgelopen jaar minder enerverends te vertellen. Ik werk nog steeds lekker op de Nederlandse school, en bij Alemachen. Op school geef ik sinds de zomer een keer per week Nederlandse les aan vier middelbare-school-leerlingen, variërend van 13 tot 17 jaar. Lastig wel: de jongste is een ADHD-er met nogal puberachtige weerstand tegen de les, de oudste is een serieuze meid die echt wat wil leren. Om samen met hen een leuke les te hebben, is soms een uitdaging. Daarnaast geef ik twee ochtenden per week de inburgeringscursus, het afgelopen halfjaar had ik 14 leerlingen verdeeld over twee groepen. Sinds december ben ik bezig een groep van acht de beginselen van de Nederlandse taal bij te brengen.

Alemachen, het kindertehuis waar ik eens per week help, heeft sinds de zomer een nieuwe manager. Diny, de vorige Nederlandse ‘manager’ is opgevolgd door een ‘aba’ van de Lazaristen. De Lazaristen zijn de eigenaars van het tehuis, en vanuit deze katholieke groep werd deze man aangewezen om te gaan wonen in Alemachen, en naast zijn reguliere baan ook het tehuis te managen. Hij is behoorlijk streng voor het personeel, wat niet altijd slecht uitpakt, en vindt ook dat de taak om de kinderen elke week te begeleiden naar het ziekenhuis voor de check-up, gedaan moet worden door de lokale staf. Daardoor viel voor mij deze activiteit weg, wat ik wel jammer vind. Nu help ik meer in de klas, en doe ik allerlei ‘klusjes’ die langskomen.

Iets heel anders wat het afgelopen halfjaar langskwam: op een avond vond ik een piepkleine pup langs de kant van de weg vlakbij ons huis.  De oogjes nog dicht, en naast haar een bakje melk, duidelijk was ze dus bewust daar neergelegd was. Ik nam haar mee naar huis, en de acht weken daarop was ons leven sterk bepaald door het grootbrengen van dit kleine hondje. De eerste week met spuitjes, dag en nacht om de twee uur……. daarna met flesjes, bordjes pap etc. Ze ging in een doos mee naar school, om in de pauzes van mijn lessen weer even gevoed te worden, onder veel bekijks van de leerlingen uiteraard. We probeerden vanaf het begin ons niet aan haar te hechten, geen naam te geven etc., maar ja het was een schattig hondje. Dus toen ze na acht weken na wat oproepen voor adoptie werd opgehaald was het wel even slikken. (ze kon echt niet blijven want twee grote honden in huis is genoeg) Gelukkig heeft ze een prima tehuis gevonden bij een Finse familie met twee kinderen.

Ons koor: Ook hier een verandering: de vorige dirigent en zijn vrouw die als sopraan het koor versterkte, vertrokken deze zomer naar Duitsland. Ik werd gevraagd om het dirigeren over te nemen; dus sta ik sinds september voor het koor te zwaaien, in plaats van erin te zingen. Een heel nieuwe, leuke ervaring. Een hulp bij het voorbereiden van de liederen is de elektrische piano die ik kon overnemen van de vertrekkende dirigent. Een hele aanwinst in huis!!!

 

 

En……in 2016 hebben we nog maar weer eens gezien hoe mooi Ethiopië is toen we in mei een korte vakantie in Bale mountains vierden. De foto’s bij dit verhaal zijn het resultaat.

2016 alweer, de tijd gaat snel…..

Beste familie en vrienden,

Twee dagen voor de kerst is het tijd om de balans op te maken en vooruit te kijken. Afgelopen jaar was een vrij rustig jaar voor ons. Ineke’s werk op de Nederlandse school gaat zijn gangetje al zijn er wel steeds nieuwe collega’s te verwelkomen. Dat is na 3 jaar Ethiopie sowieso wel een punt: in het begin ben jíj de nieuwkomer; nu zijn we haast al oudgedienden. inburgeraars 2
Wat bijzonder was voor mij, Ineke, dit najaar, was de dubbele groep inburgeraars. Dat betekende zowel op dinsdag als op donderdag dubbele uren draaien. Intensief maar ook leuk; degenen die slagen sturen lieve bedankjes. Maar niet iedereen slaagt voor alle drie de onderdelen; zelfs niet na meerdere pogingen. Het blijft een maf systeem.
Het werk op Alemachen is nog steeds leuk; elke woensdag naar het ziekenhuis waar een groep kinderen voor check-up de arts zien, dan met een auto vol kinderen terug naar Alemachen. Ze weten inmiddels dat ik op de terugweg op bananen tracteer. Altijd een succes.
Hike, de secretaresse van Alemachen, fotovroeg me peetmoeder te worden van haar dochtertje, zoiets sla je niet af. Een mooie ervaring. En een lief meisje..

 

Net voor de zomervakantie waren we uitgenodigd voor de bruiloft van Daniel, onze ex-waker, met zijn mooie Enaddis. Zoals in zoveel landen kost een trouwpartij in Ethiopie meer dan een rib uit het lijf van de geliefden. Wat ons opviel was de centrale rol van de fotograaf; die de hele dag van minuut tot minuut regisseerde. De hele dag is één grote fotoshoot.

de bruiloft van Daniel en Enaddis

de bruiloft van Daniel en Enaddis

Eerst bij hem thuis, dan bij haar, dan in het park en dan weer bij hem thuis. Er zijn een paar momenten van bezinning, maar juist die stichten verwarring. Zelfs de priester weet nauwelijks wat te zeggen; en de fotograaf legt het echtpaar uit wat ze moeten doen met de ringen (nee, niet aan de linkerhand….). En dan is er opeens een oude man die een traditionele zegen uitspreekt waar sommige aanwezigen mee instemmen en anderen stug zwijgen. Het leek ons een illustratie van een soort identiteitscrisis onder de stadsbevolking die wel de klepel van de modernisering heeft gezien, maar niet weet waar de klok echt hangt. Uiteraard wordt er veel gedanst en gezongen; steeds onder aanvoering van een aanstekelijk vrolijke frans. Die blijkt ingehuurd voor 100 Euro; toch ook weer een maandsalaris. Het hoogtepunt is wel de rit over de rondweg van Addis (van huis naar het park en later, na vele foto’s, weer terug). Tot twee keer toe stopt de stoet en springen de vrienden van het paar van hun bromfietsen voor een rondedans om de bruidsauto. Het verkeer komt acuut tot stilstand, gevolgd door veel getoeter totdat iedereen klappend en grijnzend weer in de auto’s en op de brommers stapt. Het was een mooie dag.

Minder fijn was het afscheid van onze hondstrouwe makker Alesi. Na ruim 16 jaar hebben we haar dit najaar laten inslapen en begraven in de tuin. Ze was dement en zakte (te) vaak door haar achterpoten. Triest om haar te zien ‘gaan’, maar het was mooi geweest. Haar vervangster stond al klaar: een jonge straathond die eind vorig jaar als kleine pup bij ons in de tuin was gegooid. We noemen haar Wusha (spreek uit ‘woesha’). WushaDat is Amhaars voor hond, dus dat levert nog wel een verbaasde blikken op. Wusha is iets groter dan Alesi, en iets gehoorzamer. Wel springt ze ook gewoon bij ons op de bank, en is ze heel erg lief en aan ons gehecht. Lastig is dat ze nog moeite heeft met alleen-zijn: soms bijt ze nog dingen kapot als we even niet thuis zijn.
Ook in 2105 hebben we weer genoten van het zingen in het koor van de Duitse kerk. Sinds de zomer hebben we een nieuwe dirigent en het zingen gaat nu (nog) lekkerder. Er zijn ook een paar nieuwe zangers bij gekomen zodat we altijd wel met minimaal zes mensen zijn… Wat ook een groot succes was, was de jaarlijkse kerstmarkt voor de school van de Duitse kerk. Gerrit was daar opper-stalmeester voor de barbecue (jullie weten dat hij daar veel ervaring mee heeft….ahum) met maar liefst 1.200 Duitse braadworsten. Zo leer je nog eens wat.
Na ruim 3.5 jaar vertrek ik, Gerrit, bij Fair and Sustainable. Het is een goede tijd geweest. De club is gegroeid van drie naar negen consultants. De omzet is vervijfvoudigd en de winst is solide. Tijd om te gaan dus; gelukkig is er een goede opvolgster, net zo oud als ik en iets minder eigenwijs. Sinds oktober werkt ze als manager en houd ik me bezig met het afronden van een paar grotere klussen m.n. het schrijven van een boek over de laatste hype van ontwikkelingshulp: contractfarming. Over bedrijven zoals Heineken die tienduizend boeren contracteren om moutgerst voor ze te verbouwen.
Vanaf januari ben ik weer terug bij onze eerste ‘liefde’: SNV waarvoor we in 1990-94 ook werkten in Tanzania. Grappig genoeg lijkt het project erg op mijn werk in Albanië. Het is een tuinbouw project met als doel om 30.000 boeren aan 40% meer inkomen te helpen. Dat is een veel te optimistisch doel; hoe kun je met een éénmalige injectie van 6 miljoen elk jaar 12 miljoen extra inkomsten generen bij kleine boeren met achterstanden op allerlei gebieden? Maar ja, beleidsmakers en politici willen ook wat. Hoe het ook zij, we gaan met een team van een stuk of tien mensen er lekker drie jaar aan zitten sjorren. Na de afwisseling van veel verschillende, korte, consultancy klussen heb ik wel weer zin om een paar jaar te focussen op een beperkter vakgebied met een vast team.

Onze kinderen zitten ondertussen gezellig in Amsterdam. Rienke heeft snode plannen met een website voor (hoe kan het ook anders) reizigers. Jenne Jan is bijna klaar met zijn masters media en journalistiek en gaat daarna aan de slag bij de buitenlandredactie van de Volkskrant, waar hij afgelopen jaar ook al werkte.

We zitten dus nog wel even (3 jaar) in Ethiopië. Het blijft een fascinerend land. website 1De afgelopen weken hebben we met vrienden een vakantie in het noorden doorgebracht. Wandelen in het Simien gebergte was een letterlijk (4.000 meter) en figuurlijk hoogtepunt. Aan het eind van die reis kregen we wel een ernstige schrik: Gerrit kreeg op straat in Aksum een soort epileptische aanval. Met spoed naar het ziekenhuis daar, en na een eerste onderzoek het advies om snel naar Addis te gaan voor verder onderzoek….. dat was dus even een spannende tijd, maar uiteindelijk is er niets gevonden. De oorzaak van de aanval zou een gebrek aan bepaalde mineralen zijn (Kalium?, Magnesium ? ) door de uitdroging als gevolg van de hoogte.

Rest ons nog iedereen een heel goed en gezond nieuwjaar te wensen,

lieve groet van Gerrit en Inekesamen

 

Nieuwjaarsbrief 2015

 

Lieve vrienden en familie,

Allereerst iedereen een goed en gezond 2015. Al weer een jaar voorbij, en nog altijd in Addis. Hier vieren ze overmorgen kerst.

image

Hier vieren ze 7 januari kerst; typisch Ethiopische afbeelding

Wat houdt ons bezig verder? Nou, we zijn lekker aan het werk. Ineke geeft Nederlandse les aan de Nederlandse kids op de Taaltoekel, de 12-14 jarigen. Daarnaast geeft ze inburgeringscursussen aan Ethiopiërs en Somaliërs: vorig schooljaar 3 cursussen en momenteel al weer in de voorbereiding op de tweede van dit jaar. Het is altijd weer afwachten of zich voldoende cursisten aanmelden, maar steeds zijn er weer jonge mensen die een relatie aangaan met een Nederlander, of die een Ethiopische of Somalische partner hebben die in Nederland een baan heeft. En natuurlijk is er ook het vrijwilligerswerk op Alemachen, het kindertehuis voor gehandicapte kinderen, kijk maar eens op de website: www.alemachen.cbiset.com

image

Trotse boer kweekt koninginnen voor nieuwe bijenvolken

Gerrit is afgelopen maanden weer vrij veel het land in geweest om acht innovatie projecten te bezoeken. Kleine projecten (100.000 Euro) waarin een innovatie op praktijkschaal wordt getest.Er zitten erg leuke ideeën tussen, bijv. meel maken van ‘taro’, een knolgewasje dat in sommige gebieden de hoofdmoot van het dieet uitmaakt. Daarnaast studies gedaan naar compost (kun je compost op commerciële schaal maken?) en naar honingexport (kunnen boeren in West Ethiopië binnen 3 jaar 1000 ton biologische honing leveren aan een Duitse importeur?).

 

We proberen elke week acte de présence te geven bij het koortje van de Duitse kerk. Het is niet alleen heerlijk om samen te zingen, het geeft ook wat andere contacten dan collega’s en werkrelaties. We hebben wat reserves bij de kerk trouwens: er is sinds een paar maanden een nieuw domineesechtpaar gekomen, dat voorgaat in de diensten. Mwah, we zijn eigenlijk verre van enthousiast, dus we gaan wat minder vaak op zondag naar de vieringen. Maar ja, de gemeenschap blijft leuk; dat kunnen we toch niet opgeven. En er komen maandelijkse Taize-vieringen!

Wusha, onze nieuwe huisgenoot

Wusha, onze nieuwe huisgenoot

Sinds kort hebben we een nieuwe huisgenoot: Wusha, een jonge pup.  Ze is bij ons over de muur in de tuin gegooid, en we konden haar toch moeilijk teruggooien. Dus hebben we haar maar geadopteerd. Een “haar” uiteraard, vrouwtjeshonden zijn in deze samenleving niet geliefd. Ze zijn maar lastig, trekken reutjes aan, krijgen jongen etc, dus ze worden daarom maar op straat gegooid, of op de vuilnishoop. Enfin,  ze is nu deel van de familie. We doen ons best haar zindelijk te krijgen, en te leren waar ze wel en waar ze niet op mag bijten. Onze Alesi is inmiddels 15 jaar, en heeft er soms wat moeite mee wanneer Wusha bij haar in de mand kruipt. Poes Moksi vindt ‘t nu wel gezellig, een speelmaatje in de tuin. Voor de rest laat ‘t haar onverschillig, zoals een poes betaamt. We hopen dat Wusha t.z.t mee terug kan naar Nederland.

 

 

 

IMG_4881

We rijden onder de nieuwe (Chinese) lightrail door

Iets over de stad Addis: het is één grote bouwput. Nog steeds zijn ze druk bezig met het construeren van de lightrail dwars door de stad, in diverse richtingen. De hele infrastructuur is daardoor veranderd. Waar voorheen wegen elkaar kruisten zijn die overgangen nu verdwenen, of zijn er viaducten of tunnels gebouwd, of nog in aanbouw. Tegelijk worden er veel wegen vernieuwd, want als je toch bezig bent…. Rioleringen kun je dan beter ook maar gelijk vervangen. Het plan was dat de trein door de stad in januari zou gaan rijden, maar dat wordt bij lange na niet gehaald. Waarschijnlijk is het streven de eerste treinen te laten rijden vóór de verkiezingen in mei a.s. ter meerdere glorie van onze geweldige regering.

 

straatbeeld Addis

straatbeeld Addis vlakbij ons huis

De verkiezingen zullen nog wel spannend worden. Niet voor wat betreft de uitslag. De heersende partij wordt ongetwijfeld met een grote meerderheid herkozen. Als je ziet wat ze presteren is dat ook wel terecht. De spanning zit in hun omgang met de democratie. Ze misbruiken hun macht om alles te controleren en naar hun hand te zetten. Afgelopen maanden bijv. is iedereen die van de regering afhankelijk is gedwongen een ‘politieke training’ te volgen: leraren, ambtenaren en studenten. Mensen die niet komen opdagen hebben een probleem; bv. studenten worden voor een jaar van de universiteit geweerd. De training is een lofzang op de regerende partij en haar ideologie van de ‘developmental state’: de staat neemt de leiding bij de ontwikkeling van het land en mensen die “de stabliteit bedreigen” worden gevangen gezet. Dat zijn er intussen tienduizenden. Velen zijn mensen wiens enige ‘misdaad’ is dat ze opkomen voor hun rechten; bijv. om te demonstreren. Kritische journalisten zijn er al niet meer in Ethiopie. En zij die naar het buitenland vluchten worden als criminelen bestempeld. Hetzelfde geldt voor de politieke oppositie; er zijn officieel 91 politieke partijen. Diegene die nog in het land zijn krijgen niks voor elkaar en die naar het buitenland zijn gevlucht worden door de regering als crimineel weggezet. Helaas besteden internationale media ook nauwelijks aandacht aan het land; ze hebben er geen journalisten zitten dus als ze al informatie krijgen dan kunnen ze dat niet ‘onafhankelijk verifieren’. Clubs als Amnesty doen wel hen best maar worden door de regering weggezet als leugenaars. Onlangs zei de premier ‘the camel keeps walking while the dogs bark’. Met andere woorden: kletsen jullie maar raak, wij gaan gewoon door.

image

Bij Ankober, de oude hoofdstad van Ethiopië.

Een hoogtepunt afgelopen jaar voor ons was het kopen van een appartement voor de kinderen in Amsterdam. Vlak bij het Amstelstation zitten ze met z’n tweetjes gezellig te werken/studeren. Rienke is in 25 minuten op haar werk in Utrecht (marketing manager bij Vixion) en Jenne Jan fietst in 10 minuten naar de UVA voor zijn master Journalistiek en Media. Deze kerst waren ze hier bij ons en hebben we oost Ethiopië verkend: twee wildparken en twee stadjes. Met name Harar was erg leuk: een oud stad-staatje van smalle straatjes met kleurige huizen en fleurige mensen. Een paar jaar geleden door Unesco onderscheiden met een vredesprijs omdat de 60% moslims in goede harmonie leven met de 40% christenen.

Lieve groet,

Gerrit en Ineke

O ja, we genieten nog volop van de vele vogels (foto’s uiteraard dor Gerrit genomen)

imageimage image

Vakantie in Nederland

Dag lieve mensen,

zowaar een berichtje via dit veel te weinig benutte medium. Hier in Addis Ababa is het ook vakantie, en wij komen binnenkort naar Nederland. Ik, Ineke, stap morgennacht op het vliegtuig, en Gerrit volgt een week later. Vakantie!

We zullen voornamelijk verblijven in Bennekom, Breehoven nr. 12. Iedereen die langs zou willen komen of ons op een andere manier wil spreken, welkom. Neem van te voren even contact op want we zullen natuurlijk ook veel op stap zijn.

Mijn tel. nr. is 06-86136504.

Tussen 19 juli en 5 augustus zijn we even weer het land uit, op vakantie naar, jawel, Vietnam. We zullen alle vliegkilometers compenseren, want we beseffen dat het er wel veel zijn. Daarna zijn we weer tot 17 augustus in Bennekom, om vervolgens weer op het vliegtuig te stappen naar huis, Addis Ababa.

Voor een ieder die we niet zien de komende tijd, een hele fijne zomer gewenst, en natuurlijk een goede vakantie.

lieve groet,

Gerrit en Ineke

begin van een nieuw jaar in Addis

bronze mannekin 3

4 Bronze Mannekins

Een gelukkig 2014 gewenst.

Een nieuw jaar en een nieuw goed voornemen: wat vaker schrijven op deze blog.

Onze eerste volle kalenderjaar in Ethiopia zit er op. Het is net als in Nederland, een jaar vliegt voorbij. De hoogste tijd om weer eens van ons te laten horen en weer eens achterom en vooruit te kijken.

Achterom

Eerst maar achterom. We hebben een goed jaar achter de rug. De aanwezigheid van Rienke in de eerste helft van 2013 gaf de nodige gezelligheid. Ook het bezoek van Gerrit’s  jongere zus en zwager met hun kinderen gaf een leuke afleiding in het voorjaar. Door zo’n bezoek kijk je zelf ook weer even met ‘nieuwe ogen’naar het land en de mensen.

Na een heerlijke zomervakantie in Nederland, in ons eigen huis in Ede nog wel, merkten we dat we blij waren weer thuis te komen. Na de zomer kon Ineke bij de Nederlandse school een mooie nieuwe taak oppakken: de inburgeringscursus. Ik geef Nederlands  aan Ethiopische en Somalische vrouwen die voor gezinshereniging naar NL willen of die ‘gewoon’ getrouwd zijn met een Nederlander. Een cursus is 12 weken, en inmiddels ben ik met een tweede cursus bezig. Erg leuk om te doen, eigenlijk leuker dan het lesgeven aan Nl-se pubers, omdat die toch vaak met tegenzin aan de les deelnemen zoals alle pubers,  maar ok, dat blijf ik toch ook maar volhouden. Zo is mijn week sinds een half jaar dus redelijk vol: drie keer per week naar ‘de Taaltoekel’, en de andere twee dagen naar Alemachen (tehuis voor gehandicpte kinderen). Daarnaast geef ik nog wat privelessen Nederlands, aan een Spaanse vriendin en een Franse vriend, die resp. een vlaamse en nederlandse partner hebben: reuze gezellig elke week. Binnenkort ga ik een Somalische vrouw ook privelessen geven.

Sinds dit najaar gaan we ook regelmatig naar de kerk: de ‘Deutche Gemeinde’. In eerste instantie gingen we naar een koortje, aangezien ik, Ineke, mijn koor mis. Het niveau bleek zo laag dat zelfs Gerrit mee kon zingen. En het koortje bleek een cantorij, en de bijbehorende kerk stond ons wel aan: een open, oecumenische gemeente van Luthersen en Katholieken met veel sociale activiteiten. Leuke afwisseling ook: met Duitsers omgaan is net weer even anders dan met Nederlanders. Ons Duits is vooral passief, maar genoeg om de vieringen te volgen. Praten doen we meestal in ´t Engels.

Mijn, Gerrits, werk wordt ook steeds meer gevarieerd. In september was ik twee dagen op stap met zeven leden van de Tweede Kamer. Zeer leerzaam, maar ook wel een bevestiging dat deze mensen vooral op zoek zijn naar dat wat ze al weten. Dat levert grappige paradoxen op. Ze ‘weten’ dat het bedrijfsleven ‘goed’ is, dus als een ondernemer aangeeft al vijf miljoen te hebben geinvesteerd in zeven jaar en nog steeds met verlies draait, dan is dat een bevestiging dat hij goed bezig is (“lange termijn visie”, “niet opgeven” etc.). Als een project iets soortgelijks zegt dan vragen ze zich wanhopig af waarom het nog niet is afgekapt. Aan de positieve kant: zo’n bezoek doet je weer beseffen dat de wereld toch leuker is als je geen politicus bent. Je kunt dan je mening dan namelijk gewoon baseren op de feiten (of zoals Keynes al zei:  “If  the facts are changing, I change my opinion”).

Het besef dat ‘facts free’ redeneringen vaak schadelijk zijn, kwam ook bovendrijven tijdens een serie bezoeken aan NGO projecten van het ‘Farmers Innovation Fund’. Veel leuke en innovatieve ideeën, maar wel de neiging om een aantal basale feiten over het hoofd te zien. Gelukkig mag ik via de Leer-Agenda dan die vragen stellen die mensen ertoe dwingen de feiten te (onder)zoeken en onder ogen te zien. Dergelijke veldbezoeken blijven in mijn werk de krenten in de pap;. Gelukkig zijn de jonge mensen die het werk in het veld opknappen vrijwel allemaal leergierig en bereid eventuele fouten onder ogen te zien en te verbeteren. Op de hogere niveaus hier in Addis is dat vaak wat lastiger. Daar zitten de mensen die de projecten hebben bedacht en die worden niet graag ‘betrapt’ op fouten in het ontwerp.

Samen zijn we nog volop bezig om dit fraaie land te leren kennen. Ethiopia is zo groot als de Benelux, Fankrijk en Spanje bij elkaar. De vogels blijven verbazingwekkend. Zie bijgaande foto’s van de (zoals wij ze maar noemen)‘fabeltjeskrant- vogel’ en de ‘jan-met-de pet-vogel’.0 Fabeltjeskrant-vogel (eigenlijk de ‘LongCrested Eagle’ en de ‘crowned Lapwing’) 0 Jan-met-de-pet vogelBovenaan deze brief een leuke foto van vier ‘Bronze Mannekins’. Ook de cultuur en het landschap blijven bijzonder. We gaan dan ook graag mee op reis als we mensen op bezoek krijgen. (dit is een hint ja!). Dit najaar was Gerrits’ oudere zus met zwager op bezoek. Ook Oma Holtland was mee: op haar 76-ste ging ze nog mee op stap naar Lalibela, met 11 uit-de-rotsen gehouwen kerken de trots van Ethiopië. De laatste twee weken van het jaar zijn we met onze vrienden Karin en Lambertus voor de afwisseling naar het zuiden geweest.

In het uiterste zuiden kreeg Ineke weer een (pseudo-migraine)-aanval zoals ze die sinds onze fietsvakantie in Frankrijk een paar jaar geleden al een aantal keren gehad heeft. Een combinatie van vermoeidheid, een pilsje en te laat gegeten vlees pakte verkeerd uit. Dat is altijd weer een angstige ervaring, maar we weten ondertussen hoe we het moeten aanpakken en gelukkig herstelt ze redelijk snel.

Kerst 2013 waren we in Hawassa samen met Karin en Lambertus; op 7 januari hadden we Ethiopische kerst: op Alemachen maakten we het kerstspel mee: zie de foto’s.IMG_4962kerstavond Hawassa

Vooruit

We hebben het naar onze zin hier, dus we zitten hier nog wel even. Ineke heeft een mooi en afwisselend pakket van werk. Het werk van Gerrit was afgelopen jaar nog iets te veel kantoorwerk, maar langzaamaan wordt het interessanter. Fair and Sustainable heeft genoeg werk en we gaan twee nieuwe mensen aannemen zodat ik meer inhoudelijk werk kan doen. Onlangs ben ik gevraagd om namens de Nederlandse ambassade mee te doen aan een ‘review’ van een groot Wereldbank project (250 miljoen dollar). Een lastige klus, maar we noemen dat gewoon ´een uitdaging´. IMG_4908

Belangrijk: We kregen meerdere verzoeken om ons postadres in Addis, om ons eens een kaartje oid te sturen:  p/a Fair and Sustainable, PB 201319 Addis Ababa, Ethiopië.

Verder: in onze site zie je nu een vakje waar je je e-mailadres kunt invullen. Doe dat, klik dan op subscribe, en je krijgt automatisch bericht wanneer we iets bijschrijven !! Voor ons erg gemakkelijk, want tot nu toe stuurden we je steeds apart een reminder per mail.

Een hartelijke groet,

Gerrit en Ineke

één jaar in Addis

We zitten al weer een jaar hier in Addis. Een paar weken geleden hebben we voor de tweede keer Ineke’s verjaardag hier gevierd met een rit te paard door de bossen rond Addis. Leuk en een beetje spannend omdat de paarden soms over behoorlijk gladde richeltjes moesten. Voor Rienke was dat haar laatste weekend hier. Zoals de meesten van jullie wel weten is ze ondertussen weer in Nederland om daar haar geluk te beproeven. Omdat onze huurders toevallig per 1 juli de huur van ons huis in Ede hebben opgezegd gaat ze daar eerst wonen. Ze zoekt nog medebewoners….

lief paard he..

in de bossen boven Addis

Tijd voor een terugblik dus. Wat was dit voor een jaar? In ieder geval één met twee helften. Tot half december waren we erg druk met alles wat nieuw was: ons werk, ons huis, de stad. Dan de komst van de kinderen en de ‘grote vakantie’ in het noorden. Twee weken die in ons geheugen gegrift staan. Dan de tweede helft waar bij Rienke eerst bij ons in huis en daarna om de hoek woonde (nou ja, ruim een half uur lopen). In die tweede helft werden veel zaken routine en diende zich de welbekende cultuur­schok aan: het moment dat je denkt dat Ethiopiers ook nooit echt iets goed kunnen doen. Je ergert je aan alles wat los en vast zit. Het verkeer bijvoorbeeld.Dat komt ook omdat ik, Ineke, veel onderweg ben. Ik rijd graag auto, maar hier rijden de meeste mensen zo hopeloos slecht, er rijden zoveel stinkende auto’s, de ene na de andere weg wordt opgebroken, etc.. Verder missen we een beetje groen in de stad. Een leuke wandeling maken, daarvoor moet je echt de stad uit (juist ja, met de auto). Parken zijn er nauwelijks, en al helemaal geen parken waar je met een hond naar toe kunt. Het blijkt ook lastig om meer persoonlijk contact te krijgen met Ethiopiers. Ook dat is een bekend fenomeen: Ethiopiërs zijn trots en onafhankelijk en laten buitenlanders niet snel iets zien van hun privé leven. Tja, dan is het wel eens afzien en als dan ook de electriciteit weer eens uitvalt of er geen water is, dan denk je: was Ede toch geen beter idee?

Dat is één kant van het verhaal. De andere kant is positiever. We zijn dagelijks in de weer met allerlei zinvolle en interessante activiteiten. Ineke haar werk op school en bij Alemachen en Gerrit z’n werk bij Fair and Sustainable. Straks meer daarover. En we zien zo nu en dan prachtige stukjes Ethiopië en genieten van het weer dat vaak aangenaam is. En het blijft bijzonder het reilen en zeilen van dit fascinerende land te leren begrijpen. Hoe werkt het hier allemaal? Waarom gaan de zaken zoals ze gaan? We hebben nog niet het idee het allemaal te snappen, maar we doen ons best.

Kortom, een echt éérste jaar; een kennismakingsjaar. Voorlopig genoeg aanknopingspunten om uit te zien naar het tweede jaar. Eerst over twee weken op vakantie (Ineke vanaf 3 juli, Gerrit 12 juli – 5 augustus) in ons eigen huis in Ede, vandaar even naar Berlijn (waar Jenne Jan zit) en dan pakken we de draad weer op.

Ineke

Op de Taaltoekel, de Nederlandse school van Addis Abeba, heb ik het afgelopen jaar, soms met frisse tegenzin, lesgegeven aan 1ste klassers op het VO. Nederlandse les dus, dat hebben de kinderen na afloop van hun reguliere onderwijs op een Internationale school. Daarnaast assisteerde ik soms in de onderbouw, hielp mee op de thema-zaterdagen, en was ik de IT-specialist (in het land der blinden…) van het team. Afwisselend en leuk om zo in een onderwijsteam mee te draaien. Wat IT in het onderwijs betreft, daarover ga ik begin juli een cursus volgen in Veldhoven. Twee weken geleden hebben we het schooljaar afgesloten, en volgend schooljaar ga ik er weer tegenaan. Dan ga ik ook de inburgeringslessen aan potentiele Nederland-gangers geven, en de bibliotheek onderhouden.

Een prima tegenhanger voor het toch wel luxe Nederlandse schoolgebeuren is het meewerken op Alemachen, het kindertehuis voor gehandicapte kinderen. Sinds december ga ik een of twee dagen per week met een groepje kinderen mee naar een Amerikaans ziekenhuis voor orthopedische ingrepen. Daar worden de meeste kinderen behandeld, en moeten, net als in Nederland, eerst voor een intake, en later voor controles of hernieuwde operaties steeds weer terugkomen. Wij zijn met onze groepen kinderen vaste bezoekers, en komen daarom meestal bovenaan de lijst, zodat het wachten niet ál te lang duurt. Maar intussen heb ik, meestal samen met Medhanit, de nurse van Alemachen al heel wat uren in de vaak niet al te frisse wachtruimte doorgebracht. Voor meer informatie over Alemachen kun je kijken op de site: http://www.alemachen.cbiset.com.

Ruim een maand geleden hebben we eindelijk een hulp in huis, Sebele, aangenomen. Een lieve, vrolijke meid waar we blij mee zijn. Nu kom ik ’s middags moe thuis van Alemachen en vind het huis lekker aan kant, kleren gewassen en gestreken etc. Toch wel wat luxe, 5 vijf (halve) dagen per week. Wat minder had ook wel gekund. Maar zij is erg blij weer werk te hebben, geen werk betekent geen inkomen. Ze is een schoonzusje van Abera, de leraar Amhaars, die mij tot voor kort de taal probeerde bij te brengen. Met die lessen ben ik toch maar gestopt, het was té veel droog-roeien. Oftewel, ik gebruik het in de praktijk toch niet veel.

Ook de beide jongens ‘buiten’ die om beurten waken over ons huis, de tuin netjes houden, gras knippen, de was (hopelijk op tijd) van de waslijn trekken als het gaat regenen, etc. zijn relaties van Abera. Aan Abera’s project, http://www.korahkids.org/  zullen we een keer een apart stukje wijden op onze blog.

 

Gerrit  

Met Fair and Sustainable gaat het prima; we hebben genoeg werk en het team draait lekker. Het is lastig om een goed inzicht te geven wat we allemaal doen. Een kort overzicht dan maar? Onze belangrijkste klant is Agri ProFocus, een samenwerkingsverband van 35 Nederlandse organisaties die iets met landbouw in ontwikkelingslanden doen. Voor hen organiseren we allerlei ‘events’:

vier mensen op kantoor

1.      ‘Finance Fairs’ waar banken en micro-financiers hun produkten/diensten kunnen aanbieden aan een paar honderd boerenleiders. Tegelijkertijd zijn er presentaties van beleidsmakers en wetenschappers over de problemen bij het verkrijgen van leningen om investeringen in de landbouw te financieren.

2.      Een nationale bijeenkomst over de nieuwe national coöperatie strategie met 100 deelnemers vauit de coöperaties, beleidsmakers, NGOs, banken en universiteiten.

3.      Een coachingstraject voor NGOs die meer rekening willen houden met de belangen en perspectieven van vrouwen in hun programma’s.

Dit zijn aardige en succesvolle activiteiten die veel voorbereidingen vergen. Soms is dat interessant: bijvoorbeeld als je een beleidsmaker die geen zin heeft om zijn beleid toe te lichten, toch zover weet te krijgen dat hij een presentatie houdt (en dat hij vervolgens zelf een consultatieronde organiseert over zijn beleid). Vaak is het hard werken om simpele, logistieke zaken voor elkaar te boksen. Het is een kwestie van het veel bellen, notulen maken, geld bij elkaar bedelen etc.

De betere klussen zijn toch de klussen in het veld. Dat liep het afgelopen half jaar wat minder omdat belangrijke klanten opeens de opdracht afzegden of uitstelden. Op dit moment is er weer volop werk:

1.      Samen met een NGO en twee micro-financiers cooperaties van gerstboeren opzetten die goede kwaliteit gerst kunnen leveren voor de brouwerijen van Heineken

2.      Een 80-tal boeren helpen hun cooperatie zo te versterken dat ze in staat zijn op gelijke voet te onderhandelen met een Nederlande bedrijf dat passievruchten verwerkt

3.      Een training verbeteren voor NGOs die dorpen helpen zich beter voor te bereiden op droogte en overstromingen (dus waarschuwingssystemen, rampenplannen etc.).

4.      Een training voor micro-financiers over hoe ze een specifiek financieel product kunnen ontwikkelen voor koffieboeren (bijv. door leningen en sparen te combineren of door leningen via coöperaties terug te laten betalen)

uitzicht vanuit mijn kantoor

5.      Een kort onderzoekje naar de kwaliteit van melk die met behulp van zonne-energie-koelers in het dorp wordt gekoeld voordat het met ezels naar een stadje wordt gebracht.

Helaas zijn alleen de eerste twee langlopende trajecten waar ik zo nu en dan een week voor naar het veld kan. In dat opzicht blijft het lastig dat veel beslissingen in Nederland worden genomen. Daar zitten de mensen die mij de afgelopen tien jaar inhuurden om concrete problemen in projecten op te lossen. Zij stuurden mij naar de boeren en de dorpen. Nu ik in Addis fysiek dichter bij de boeren woon, kom ik er minder. Ethiopiërs die hier voor donoren werken hebben niet de bevoegdheid om externe experts in te huren. En als ze dat al wel mogen, dan hebben ze liever een (lokale) consultant waarvan ze weten dat hij minder kritisch is; is nog goedkoper ook. Maar OK, de diversiteit van wat ik zoal langs zie komen en het feit dat Ethiopië in het hart van allerlei beleidsdiscussies staat maken veel goed. En er is nog een gelukje: ik mag in augustus naar Uruzgan. Daar zijn ondertussen 38 informele coöperaties opgezet naar het model dat we in 2010 hebben geïntroduceerd. Zo’n 1.700 boeren kopen met z’n allen 628 ton krachtvoer voor de winter (voor de minder ingewijden: dat is 63 vrachtauto’s). De groepen die in 2010 zijn begonnen krijgen nog maar 14% subsidie en zullen volgend jaar helemaal zelfstandig zijn. Daarnaast hebben ze bijna 9.000 beesten gevaccineerd. Dat zijn de cijfers althans die ik in augustus mag gaan checken en gebruiken om een vervolgprogramma te formuleren. Ik hoop over een paar jaar ook zulke concrete resultaten over Ethiopië te kunnen melden.

 

Timkat

De foto’s hieronder zijn van het Timkat feest. (In januari, ons epifanie) De replica‘s van de ark die in alle kerken staan worden naar een veld midden in Addis gebracht waar ze de nacht doorbrengen om de volgende ochtend besprenkeld te worden met het water dat de Aartsbisschop heeft gezegend met zijn kruis. Ook individuele gelovigen worden besprenkeld met het water: nou ja, zeg maar gerust dat ze nat gespoten worden.

 

Vakantie in het hart van Ethiopia

Een half jaar na onze aankomst in Ethiopie konden we eindelijk de kids verwelkomen. Op 18 dec. stapten ze samen uit het vliegtuig. JJ na een lange overstap in Istanbul en Rienke na een hectische tijd van inpakken en opslaan van haar huisraad. De vele mensen die haar daarbij hebben geholpen vooral toen ze de laatste week een arm brak: ook onze dank is groot. Rienke blijft de komende maanden in Ethiopie om onderzoek te doen naar de relatie tussen een Nederlandse investeerder en lokale boeren.

Op de 19-de zijn we met z’n viertjes vertrokken naar het noorden van Ethiopie, het hart van het historische keizerrijk.  Hoe de twee weken weer te geven? Misschien zeggen de foto’s meer dan onze uitleg; zie onderaan dit bericht. Kort samengevat: we zijn zeer onder de indruk van de natuur, de hardnek­kigheid van de boeren, de  culturele en historische rijkdom in kloosters en rotskerken en de diepe religieuziteit van monniken en pelgrims. In één woord: bijbelse taferelen. De reis alleen al is bijzonder: tijdens de 2000 km die we gereden hebben zagen we telkens nieuwe, adembenemende uitzichten. Ruige bergen, steile kliffen, mooie valleien.

Onze eerste grote stop is Bahir Dar waar we met de boot de Ure Kidane kerk bezoeken op een schierleiland in het Tana meer. Ruim 500 jaar oud, maar nog springlevend. De binnenmuren beschermen de ark; een replika van het orgineel dat zich in Axum bevindt. De muren zijn beschilderd met kleurrijke strips waaruit de gelovige kan leren hoe het allemaal zit en zal zijn. Heiligen en heidenen; hemel en hel. De monniken reciteren en zingen onder begeleiding van de troms. Eerst steunen ze op hun lange stokken, dan gaan ze klappen en glinsteren. Sommigen lijken in trance te geraken.

Onze volgende stop is Gondar, de zeventiende-eeuwse hoofdstad. De ruïnes van een kluit kastelen gebouwd in samenspraak met Portugezen, zijn indrukwekkend. Het is wel vergane glorie, maar wel echte glorie. Een eindje buiten het centrum bezoeken we de Debre Berhan Selassie kerk; ook geheel onder de strips, in het bijzonder 144 paar engelen-ogen op het plafond die de mens(en) vanuit alle ooghoeken inde gaten houden.

Daarna een 4-daagse trektocht op weg naar Lalibela. We lopen 70 km door dorpjes en langs kliffen, en overnachten in lokale hutten waar we thee, bier en eten krijgen. Het was wel es afzien: 22 km op een dag waarbij je de helft van de tijd over een verzameling scherpe stenen loopt is voor ons wel het maximale; vooral voor Ineke’s knieën. Ze heeft die dag dan ook een paar stukjes te paard gedaan. Dat geeft ook wel weer een leuk effect. Paarden zijn er zat; net als ezels. En vogels, maar laten we het daar dit keer maar niet over hebben. Wel even over de bloedend-hart-bavianen. Hoe ze aan hun naam komen is wel duidelijk van de foto’s. Het zijn vegetarische rakkers die de oogst van de velden jatten. Als de boeren hen verjagen met kabaal en stenen verschuilen ze zich (s nachts) in de steile kliffen.  Onderling willen ze nog wel eens een potje vechten; vandaar die tanden…..

Onderweg zijn boerenfamilies hun tarwe en gerst aan het oogsten en dorsen met ossen. De armoede is evident; er wonen te veel mensen in wat overal elders als onherbergzame gebieden zouden worden beschouwd. Men ploegt en plant in velden die bijna geheel met stenen zijn bedekt. Het enige voordeel: de stenen beperken de verdamping van het weinige beschikbare water.

Lalibela is het historische hoogtepunt van de reis. Elf kerken die 700 jaar geleden uit de rotsen zijn gehouwen. Koning Lalibela hakte ze eigenhandig uit de rotsen, al moet daar wel bij worden vermeld dat hij ‘s nachts stiekem hulp kreeg van engelen. Andere historici houden het er op dat er tien­duizenden arbeiders uit Egypte en India aan te pas zijn gekomen. Ja ‘gastarbeid’ is geen exclusief modern verschijnsel; dat arbeiders als engelen worden gezien is wel vrij uniek. De onder-de-grondse kerken hebben kleine ramen  wat een mystieke lichtinval geeft waarin oude mannen in witte doeken rondschuifelen en bijbel lezen. Ondergrondse gangen maken het plaatje compleet.

We zijn er op 28 december; de naamdag van St. Gabriel, één van de belangrijkste heiligen. Om zeven uur zijn al honderden pelgrims in en bij de St. Gabriel en tientallen priesters. Het begint met een aanzwellend en afnemende zang, soms hortend en stotend en dan weer vol. Dan ritmisch geklap en een rijendansen, gestuwd door twee langzame troms. Een kruis wordt binnen gebracht, verlicht door een kaars, door priesters met kleurrijke gewaden. Het kruis gaat rond en het gezang zwelt weer aan. Vrouwen krijgen as van een priester om een kruisje op hun voorhoofd te maken.  Het schilderij van St. Gabriel wordt naar buiten gedragen en een groep vrouwen danst rond een priester die een onwereldse blik in zijn ogen krijgt. Het maakt een oudtestamentsche indruk;  zo zou de vreugde van de wet van de joodse chassidiem er ook uit kunnen zien.

De volgende dag is het weer rustig en zien we de rest van de kerken en veel pelgrims. Die lopen vaak langer dan een maand (en vaak op blote voeten) om op 7 januari in Lalibela te zijn. We zien ze de weg vragen aan de priesters. Ondanks een redelijk aantal toeristen is de verstilling voelbaar.

Dan is het weer tijd naar de moderne tijd terug te keren, en naar Addis. Da’s twee dagen rijden. We zijn net op tijd terug om oud en nieuw te vieren. Geen echt feest hier; het Ethiopische jaar begint op 11 september. Nadat we bijgekomen zijn hebben we Rienke en Jenne Jan de stad nog laten zien. We kennen we intussen de leukste plekjes, dus dat was erg gezellig. JJ is op 6 januari weer vertrokken naar Nederland. Rienke vertrok op 7 januari met haar vriendin Anna, om nog een rondje Zuid Ethiopië te doen.

Ontwikkelingsperikelen

Toen we een half jaar geleden mijn 50-ste verjaardag vierden had ik niet het idee dat ik al oud was of dat er ook maar iets veranderd was. Ondertussen weet ik beter. Juist hier in Ethiopië zie ik dat mijn generatie ‘over en sluiten’ is. Dat voelde ik duidelijk na door een interessant bezoek bij een Nederlands gezin dat daar 3 jaar geleden een melkveebedrijf is begonnen in Ethiopië. Ik herkende ons helemaal in het jonge stel. Hij was van de boerderij; zij uit de stad. En net als ik 25 jaar geleden wisten ze precies hoe je Afrika moest helpen…

Alleen, ze hadden daar een radicaal ander beeld over dan ik. Ze wisten me te melden dat al het getob van NGO’s en ontwikkelingsprojecten nergens toe leidde. Ze deden het dan ook helemaal anders. Zij pakten het bedrijfsmatig en commercieel aan. Gewoon laten zien hoe een Nederlands melkveebedrijf ook in Afrika winst kan maken. En niet een klein bedrijfje; nee een bedrijf met fors aantal melkkoeien met alle machines die je daar voor nodig hebt. Ze waren een modelboerderij. Dat had ik 20 jaar geleden ook in Mvumi, Tanzania.

Maar wat demonstreerden ze eigenlijk? Wat was het model? De uitleg kwam bij een lekkere bak koffie: er was in Nederland een stichting van christelijke ondernemers die het geld bij elkaar bracht voor de nodige investeringen in de boerderij. Ze willen graag zakelijk opereren, maar als het geld niet terug kwam, was het ook goed. Daarnaast hadden ze subsidie van het ministerie van ontwikkelingssamenwerking. Dat programma kennende zal dat een netto gift zijn van rond de half miljoen Euro. En gelukkig nam het stel zelf genoegen met een minimaal salaris, wsch. aangevuld met giften van hun kerkelijke achterban. Tja, en dan kwam er ook nog gratis ondersteuning van Nederlandse experts die via projecten van de ambassade langs kwamen en hoogwaardig advies gaven over de aanpak van problemen als mond en klauwzeer. En met al die (gratis) ondersteuning hadden ze de eerste drie jaar nog alleen maar verlies geleden. Nu waren ze net aan in een positie dat er geen geld meer uit Nederland bij hoefde.

Ik was verbijsterd. Hoe kun je nu denken dat dit een haalbare kaart is voor welke Ethiopiër dan ook? Gratis geld, gratis werknemers, gratis import, gratis advies, etc. Ze leken zich nauwelijks bewust van wat er allemaal vreemd aan hun situatie was. Ze beschouwden zich als echte ondernemers en als pioniers; de zinsnede ‘wij staan met de poten in de modder’ viel met grote regelmaat. Dat laatste bevreemdde nogal want ze woonden op een keurige boerderij met een leuk huis met alles er op en er aan op een uur rijden van Addis, een miljoenenstad was ‘alles’ te krijgen is.

En opeens voelde ik me een oude kerel. Hoe uit te leggen wat een modelboerderij voor mij betekende? Ik durfde zelfs niet uit te leggen wat ‘met de poten in de modder’ voor mij betekende: nl. in een dorp wonen en lokale gewassen verbouwen zoals wij in Oeganda en Ivoorkust deden. Dat we een hut op een boerenerf bouwden en sliepen op een matras dat op de grond lag. Dat we om naar de stad te gaan stonden we lang de weg te liften; geen geluk dan maar de volgende dag. Ik besefte dat ik in een gapende generatiekloof keek. Voor mij betekende een modelboerderij dat we een stal bouwden van lokaal materiaal (Tanzania) en dat ik elke maand een stel dorpen bezocht om  allerlei mogelijke innovaties door te spreken; van koeien op stal zetten, tot zonnebloemen verbouwen en biogas installeren. Altijd denkend vanuit wat mensen zelf kunnen en wat ze zelf willen aanpakken. Altijd werkend vanuit het idee dat je eerst het lokale landbouwsysteem moet begrijpen voordat je kunt gaan werken aan verbeteringen. Uiteraard denk je bij verbeteringen dan al snel aan technologieën die elders succesvol zijn geweest, maar de technologie zelf is nooit het uitgangspunt.

Ik voelde me dus op slag oud, maar besefte ook dat als ik nu jong zou zijn, ik wsch. hetzelfde zou denken als dit stel. Erger nog, ik besefte opeens ook dat ik 25 jaar geleden zelf druk doende was een hele generatie deskundigen af te serveren. Ik vond destijds dat onze professoren in Wageningen van geen meter deugden. Ze waren te veel gefocust op de technische aspecten en snapten niet dat de problemen van kleine boeren vooral sociaaleconomisch van aard waren. De cirkel lijkt dus wel weer zo’n beetje rond te zijn. De moderne hulp zegt weer: Doe als wij en alles komt goed. Makkelijke kritiek; ja, zoals alle kritiek gemakkelijk lijkt. Toch slaat dit ook terug om onze generatie ontwikkelingswerkers en zeker ook mijzelf. Ik weet ondertussen wel hoe effectieve hulp er uit ziet, maar ik mis de radicaliteit om dat andere op te willen leggen. Ik leg me er (meestal) bij neer dat elke generatie zijn eigen weg moet gaan. Ik geniet van mijn weg, maar voel ook dat ik heb met mijn generatie heb gefaald datgene over te brengen waar het in essentie om gaat: empathie, het je verplaatsten in de ander, als beginpunt van elke vorm van werkelijke ontwikkelingssamenwerking.

Een verlaat bericht van november!

Lieve mensen,

Een update vanuit Addis; getikt bij kaarslicht. Dat klinkt dramatischer dan het is; het is zaterdagavond en de stroom valt zelden uit. Bij de buren en op kantoor gebeurt het wel vaker; een keer per twee weken. Ja, we zijn al behoorlijk gewend. We kijken verbaasd op als we constateren dat we al vijf maanden in Ethiopië wonen. We bouwen in een redelijk tempo een sociaal netwerk op; al is voorlopig nog wel vooral een expat gemeenschap. Gelukkig kunnen we ook prima opschieten met onze buren/eigenaren van ons huis. Dat hadden we in Albanië ook en dat is erg prettig.

Op onze vorige blog hebben we uitgebreid stil gestaan bij de dood van de grote man van Ethiopië: Meles Zenawi.  Voorlopig is de situatie rustig, de vice-premier Hailemariam heeft de belangrijkste functies (premier en partijleider) overgenomen, maar volgens velen is hij slecht een stroman van de ‘Tigray-bende’: oud strijders die 20 jaar geleden met Meles vanuit Trigay de communisten hebben verjaagd. Veel mensen zijn de Tigray wel zat: ze vormen nog geen 10% van de bevolking maar hebben alle (economische) touwtjes in handen. Sommigen denken dat het de komende tijd nog spannend kan worden; dat er een soort Arabische lente komt. Zelf hebben we (nog) weinig zicht op dit soort processen; maar we denken dat het wel mee valt. Ethiopië heeft een eeuwenlange traditie van centraal bestuur en velen beseffen dat het land de laatste tien jaar in economische zin goed heeft geboerd. Anderzijds, als het mis gaat, kan het ook goed mis gaan. Ordentelijke machtswisselingen of zelfs maar fluwelen revoluties heeft dit land nog nooit gezien.

We hebben de laatste paar maanden onze omgeving weer verder verkend. Vooral Ineke kent de stad al heel redelijk. Ze moet vaak de halve stad door om naar de school of het tehuis te gaan. Gerrit ziet weer iets meer van het land. Zie de foto’s. Samen zijn we een weekend in Debre Zeit geweest; maar 50 km van Addis. Daar zijn kratermeren met fraaie vergezichten en onwaarschijnlijk kleurrijke vogels. Inderdaad: zie de foto’s. Ook in onze tuin zien we regelmatig verf-pot-vogels.

Het leven gaat dus zo z’n gangetje. Tegelijkertijd missen we Nederland. De kinderen, familie vrienden, de basis, vluchtelingenwerk, etc.  Gelukkig waren we in september een weekje in Nederland. En we kijken via BVN regelmatig naar programma’s als ‘De Wereld Draait Door’, ‘Eén Vandaag’ en ‘Nieuwsuur’. Ja, zelfs naar ‘Boer zoekt vrouw’ waar we Jurjen zagen schitteren. En natuurlijk is het internet onze grote vriend. Via Skype en Facebook houden we contact met Jan en Alleman. Hierdoor is het wonen in Addis weer een nieuwe ervaring; de manier waarop we in Tanzania woonden lijkt nu wel iets van de prehistorie.

En het wordt nog beter als de kinderen hier zijn met de kerst en de jaarwisseling. We kijken er erg naar uit. We gaan dan twee weken naar het noorden, het kernland van het historische Ethiopisch keizerrijk met een 4-daagse wandeling bij Lalibella als gepland hoogtepunt. In Lalibella gaan we de elf wereldberoemde, uit rotsen gehouwen, kerken bewonderen. Jullie zullen er te zijner tijd over lezen.

Het ga jullie goed, blijf mailen, doen wij ook……

Groet, Gerrit